Gerrit Komrij overleden
Bron: gaykrant.nl
Op 68-jarige leeftijd is op 5 juli schrijver/dichter Gerrit Komrij in Amsterdam overleden. Hij was al geruime tijd ziek. Komrij was openlijk homoseksueel en had een cynische blik op de homowereld.
Komrij, geboren in 1944 in Winterswijk, was een van de productiefste schrijvers van Nederland. Hij debuteerde in 1968 op 24-jarige leeftijd met de dichtbundel Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten. In de daarop volgende jaren bouwde hij een groot en veelzijdig oeuvre op. Hij ontving hiervoor diverse prijzen, waaronder in 1993 de prestigieuze P.C. Hooftprijs voor zijn beschouwende werk. Van 2000 tot 2004 was hij Dichter des Vaderlands.
Hij leefde de laatste jaren grotendeels met zijn man Charles Hofman in Portugal, maar bleef het homo-leven in Nederland met zijn cynische blik volgen. Van zaken als de Grachtenparade in Amsterdam moest hij niets hebben.
Aanvankelijk was hij tegenstander van het opengestelde huwelijk, maar dat veranderde na een interview in de serie Hoofdpersoonlijk in de Gay Krant van Henk Krol. Hij wilde zelfs trouwen met Hofman en benaderde eerder dit jaar daarvoor Krol, die ook buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) is.
Komrij heeft altijd een kritische visie gehad op de hedendaagse homowereld. Ook in het genoemde interview in de Gay Krant stak hij dat niet onder stoelen of banken: ‘Lieden als Gordon en Joling, Albert Verlinde, Paul de Leeuw, ze menen met hun jofelheid en gulle lach de goede zaak te dienen, maar doen dat juist niet. Voor zoekende nichten zijn ze een rolmodel, terwijl ze mij vooral tonen waarom ik juist geen homo zou willen zijn. Al sinds mijn vroege jeugd ervaar ik homo-zijn als fier verzet, als een antimaatschappelijk verschijnsel. Het is altijd een manier geweest om tegen de wereld aan te kijken, tegen het leven en de kunst. Je maakte deel uit van een geheime club en genoot daarvan.’
Ook maakte hij zich grote zorgen om Geert Wilders. Op zijn eigen manier. In de Gay Krant zei hij te hopen dat Wilders zo snel mogelijk premier wordt: ‘Hij representeert de opvatting van het volk, maar het probleem is dat het volk naast heel veel mooie ook heel veel lelijke dingen wil. Homohaters en antisemieten scharen zich ook achter hem. Toch denk ik dat hij maar aan het roer moet. Minister-president worden, ja, hoewel ik dat met angst en vrezen zal aanzien, vurig hopend dat de democratie sterk genoeg is om het spook, de duistere kant van Wilders en zijn partij, in toom te houden. Breng hem zo snel mogelijk in het centrum van de macht, en we zullen zien of hij op zijn bek gaat. Geef hem in ieder geval die kans. De huidige Nederlandse politieke situatie kan immers geen dag geen langer zo blijven bestaan. Het land is onbestuurbaar. Als ik zie wie er in aanmerking komt om het land richting te gaan geven, denk ik wel eens: ik ga zelf de politiek in. Maar mijn kansen zijn gering; als je zegt wat je vindt, lig je er namelijk binnen vijf minuten uit.”