1971 – Voorafgaande ontwikkelingen
Bij het samenstellen van het overzicht van de historie van het COC in Deventer en omstreken is voor de geschiedschrijving van de eerste tien jaar vooral gebruik gemaakt van het ‘Homo Jubileum Boek’ dat in 1982 door Chris Breman is uitgebracht. Onze dank gaat dan ook uit naar zijn nauwgezette beschrijving van het COC in die beginjaren.
Vaak vindt in de geschiedenis een ontwikkeling niet vanuit één punt plaats. Ook bij de historie van COC Deventer niet. Een jaar voor de eigenlijke stichting kwam het congres van de Nederlandse Vereniging van Homofielen C.O.C. (toen nog met puntjes) in de Brakke Grond te Amsterdam bijeen. Eigenlijk was het een verlaat najaarscongres 1970, dat werd gehouden in dat weekend van 9 en 10 januari 1971.
Het waren roerige tijden voor het COC. De 60-er jaren waren niet ongemerkt voorbij gegaan. Nieuw Lila was verschenen; dit was een vanuit de studentenwerkgroepen Homoseksualiteit ontstane beweging, die de integratiegedachte binnen het COC bracht. De vereniging ging zijn beleid veranderen, zich meer richten op de omgeving van de ‘homofiel’ dan op de ‘homofiel’ zelf.
Nieuwe woorden slopen de vereniging binnen: integratie, attitudewijziging, aksiegroepen, workshops en decentralisatie van bestuur. Dit nieuwe beleid stond op het congres van 9 en 10 januari 1971 ter discussie. Op pagina 41 van de definitieve beschrijvingstekst is de volgende tekst te lezen:
‘Regionale spreiding
Uit onze opvatting dat het feitelijke COC-werk zich in de afdelingen zal moeten afspelen, volgt dat we een goede regionale spreiding van zeer groot belang vinden.
Gelukkig hebben zich in de afgelopen tijd in de plaatsen Leeuwarden en Nijmegen zodanige ontwikkelingen voorgedaan dat we u met groot genoegen de oprichting van deze twee nieuwe afdelingen kunnen voorstellen. Op de kaart van Nederland hebben we de tien afdelingen aangegeven met een gebied met een straal van ongeveer 35 km. Uit deze kaart blijkt dat er nog een aantal witte gebieden overblijven. Door de oprichting van zes nieuwe afdelingen zou dit voor een groot deel ongedaan worden gemaakt. Het betreft afdelingen waarvan de volgende steden afdelingscentrum kunnen zijn: Emmen, Zwolle, Alkmaar, Middelburg, Breda en Maastricht.
In de meeste van deze steden bestaat al een soort van kontaktkring en we hopen dat we in het komende jaar samen met de betrokken afdelingsbesturen een verdere ontwikkeling in deze plaatsen kunnen bevorderen naar nieuwe COC-afdelingen.’
En aldus geschiedde. De betrokken afdeling voor ons gebied, de afdeling Arnhem, zette het zogenaamde ‘Witte Plekken Plan’ op en deed in 1971 pogingen om in Zwolle tot activiteit te komen, maar tot enige werkbare vorm is het toen nog niet gekomen.
Hoe blij waren ze dan ook met de reactie uit Deventer dat daar misschien iets viel te ontwikkelen. Vanuit Arnhem werd Hans Bleijerveld belast met de contacten. Hans woonde in Wilp en was in die tijd vertegenwoordiger bij een Deventer tapijtfabriek.
Toen ging alles opeens heel snel. De N.V.S.H. afdeling Deventer en de COC afdeling Arnhem besluiten om samen een advertentie te plaatsen om zo mensen op te roepen voor een praatavond. De datum voor die bewuste avond was vastgelegd op woensdag 8 maart 1972 en plaats van handeling werd het wijkgebouw ‘De Kartuut’ in de Deventer wijk Keizerslanden.