1977 – Oprichtingsvergadering COC afdeling IJsselstreek
Op vrijdag 23 januari 1977 vindt in De Bokking de oprichtingsvergadering plaats van de afdeling IJsselstreek. Het is een kleine plechtigheid welke verzorgd wordt door het landelijk COC-bestuur. Na afloop is er een optreden van ‘flikker-kabaretgroep’ Supertamp uit Groningen. Met name vanuit vrouwelijke hoek was men niet al te vrolijk over het optreden, dat als seksistisch werd ervaren. Bovendien werd mannelijk bloot bij dit ‘flikker-kabaretgroep’ niet geschuwd.
In 1977 heerst voortdurend discussie over de invulling van de ruimte die de nieuwe afdeling ter beschikking staat. Er wordt geen overeenstemming bereikt over grotere openheid van het pand aan de Bokkingshang. Op de najaarsledenvergadering vallen zelfs stemmen te horen, die zeggen dat het COC maar stappen moet ondernemen om een ander onderkomen te vinden. Een onderkomen dat door het COC helemaal zelf kan worden ingevuld, in plaats van de samenwerking met de NVSH voort te zetten.
Die samenwerking verloopt overigens op steeds minder prettige wijze en uiteindelijk treedt de NVSH in 1979 uit de stichting. In dat jaar verlaat ook de afdeling Arnhem de stichting IJsselstreek en vanaf dat moment staat COC afdeling IJsselstreek definitief op eigen benen. Dat blijkt nog helemaal niet zo eenvoudig. In gewone omstandigheden zou de stichting opgeheven zijn, maar omdat in die tijd het pand Bokkingshang 19 van eigenaar veranderde, ging dat feest niet door. De kans was groot dat bij het opheffen van de stichting het COC niet langer als huurder zou worden beschouwd en na verkoop er waarschijnlijk geen gebruik van het pand kon worden gemaakt.
Gelukkig staan er twee mensen aan het roer van COC IJsselstreek die over degelijke juridische bagage beschikken. Voorzitter Henny Krijnen en penningmeester Harrie Prijs weten op deskundige wijze alles voor elkaar te krijgen bij notaris en andere instanties, zodat alle moeilijkheden omzeild kunnen worden. Het pand wordt inclusief huurcontract verkocht zodat het COC aan de Bokking kan blijven zitten.
Een ander probleem is de nijpende financiële situatie rond 1978. De nieuwe afdeling dreigt in het rood te gaan en ook van het landelijk bestuur komt geen garantie om een eventuele huurschuld te betalen. Maar vanaf 1979 gaan de zaken weer beter. De Bokking begint wat meer bezoekers te trekken en dat is niet in de laatste plaats te danken aan het fenomeen wat bij velen nog warme herinneringen oproept: het ‘Bokkingspektakel’.