
1983 – Opnieuw op zoek naar een nieuw onderkomen
Onvrede over gebrekkig onderhoud van het pand en het beklag daarover vanuit het COC in een artikel in het Deventer Dagblad (waarbij de journalist de zaak verergerde met verkeerde citaten en zelf toegevoegde informatie) zette de relatie tussen huurbaas en COC IJsselstreek op scherp. Ook acties tegen zijn seksshop met dezelfde naam (ook ‘De Bokking’) vanuit met name COC-vrouwen kwam de verhoudingen niet ten goede. De eigenaar van het pand dat door COC IJsselstreek werd gehuurd aan de Bokkingshang wilde eigenlijk het liefst van zijn ‘roze’ huurders af. Het werd steeds duidelijker dat de afdeling opnieuw op zoek moest gaan naar een ander pand.
Begin jaren tachtig gingen de Assenstraat en omliggende straten behoorlijk op de schop. De verpauperde panden werden of gesloopt of gerestaureerd. Een aantal panden aan de hoek Brink-Assenstraat kon door één van de actieve COC-leden voor een mooi prijsje worden opgekocht en twee gebouwen werden vervolgens doorverkocht. Op de begane grond van het hoekpand, dat voordien als bankgebouw in gebruik was geweest, kon een mooie ontmoetingsruimte worden gerealiseerd. Aangezien de huurbaas sterk bij de afdeling betrokken was, liet het zich aanzien dat het COC voor lange tijd een vast onderkomen zou hebben. Als adres werd eerst Assenstraat 61 aangehouden, maar vanaf 1985 na oplevering van de vele nieuwe panden aan de Assenstraat werd het huisnummer 151.
Omschrijving van het pand ‘ De Blauwe Steen’
De voormalige Gemeente Spaarbank (Brink 64) bestaat uit twee diepe panden. Het linker deel, ‘De Blauwe Steen’, werd al genoemd in 1428 en heeft aan de Assenstraat een 15de-eeuwse, met korfbogen gelede zijgevel. De voorgevel kreeg in 1890 naar plannen van J.A. Mulock Houwer een nieuwe neogotische ‘Hanze-gevel’. Het rechterpand in neorenaissance-stijl werd in 1908 toegevoegd en bevat elementen van een in 1602 in opdracht van Hendrick ter Spil aan de Noordenbergstraat gebouwd huis, dat in 1893 werd gesloopt. (bron: monumentenregister)
Dat betekende voor de actieve leden weer veel werk om met verbouwingsplannen in de weer te gaan. Eerst was het zaak de financiën rond te krijgen om het pand naar voorschriften van de brandweer brandveilig te maken. Hiervoor moest een aannemer worden ingehuurd, wat het nog duurder maakte (bij ‘De Bokking’ was alles zelf uitgevoerd). Daarna waren veel handen bezig om het inrichten van het nieuwe pand ten uitvoer te brengen.
What’s in a name…’
Natuurlijk moest een nieuw onderkomen ook voorzien worden van een nieuwe klinkende naam. Dat had nogal wat voeten in de aarde en er gingen aardig wat namen over tafel. Eén naam had te maken met de raamvoorziening dat ook het nodige teweeg zou brengen: de luiken. Ook toen was er een behoorlijke discussie over hoe besloten het COC diende te zijn. De ene wilde die luiken te allen tijde open houden, de ander hield deze het liefs gesloten. De naam ‘De Ontluiking’ pleitte voor de eerste optie, maar uiteindelijk werd gekozen voor de naam die het pand al had, namelijk ‘De Blauwe Steen’. Overigens kwam in de volksmond de eigenlijke naam van het COC-café nooit echt in zwang en bleef er altijd van het Cee Oo Cee, het Kok of het clubhuis gesproken. Andere namen die het niet haalden, maar die we de lezer niet willen onthouden waren ‘Bokkingham Palace’, ‘De Olde Banke’, ‘Pink Safe’ en ‘Het Kluisje’.
Opening op 21 januari 1984
De officieuze opening was al op 17 december 1983, maar officieel kon op 21 januari 1984 met trots het nieuwe pand worden geopend. Daarvoor was net als bij de opening van ‘De Bokking’ tien jaar eerder de burgemeester van Deventer aanwezig, dit maal in de persoon van burgemeester Posthuma. Naast de officiële receptie ’s middags ging ’s avonds het dak eraf (niet letterlijk, want dat zou jammer zijn na een ingrijpende verbouwing) op het openingsfeest. De hele week werden nog diverse activiteiten georganiseerd (zie poster), waarbij de avond met Margreet Dolman niet onbenoemd mag blijven. Tijdens haar optreden op vrijdag 27 januari werden ineens stenen tegen de ramen gegooid met de nodige glasschade. Daders bleken jongeren van een nabijgelegen jongerencentrum te zijn. Het COC had weliswaar een nieuw onderkomen, maar er was nog veel werk te verrichten om een plek voor de doelgroep in de maatschappij veilig te stellen.
