
2000 – Op naar het nieuwe millennium
Halverwege de jaren negentig had het COC-café na de tussentijdse verbouwingen in 1994 en 1996 een enorme opleving meegemaakt: druk bezochte café-avonden en in het kielzog veel actieve vrijwilligers en activiteiten. Maar hoewel de binnenkant van het pand flink was aangepakt bleef de buitenkant door gebrekkig onderhoud een zorgenkindje. De toenmalige huisbaas wilde van het pand af en verkocht deze in de zomer van 1998 aan de bekende Deventer Vastgoedhandelaar, Karel Lassche. Deze had wellicht plannen voor het gehele pand, waar het COC-café een onderdeel van uitmaakte, maar zat vast aan een eerder opgesteld huurcontract met de gebruiker van de kelder onder COC-café Face It. Deze ruimte was als oefenruimte voor bands ingericht en de huurder wilde pas vertrekken wanneer hem een gelijkwaardig pand werd aangeboden. Een jarenlange patstelling volgde en onderwijl werd aan onderhoud van de buitenkant niets gedaan.
Anekdote: ‘Oud en Nieuw 2000’
De gemeente Deventer verwachtte rond de millenniumwisseling van 1999 naar 2000 grote problemen en had daarom de vergunningen voor de Oud- en Nieuwviering flink aangepakt. Van te voren moesten horecabedrijven (waar het COC ook onder viel) aangeven hoeveel mensen er maximaal binnen mochten komen en werd opgelegd dat men alleen met toegangskaart naar binnen mocht. Door het bestuur werd dit aantal op 100 personen gesteld, wat betekende dat er ook maar 100 toegangskaarten in de verkoop gingen. Dit leidde tot onenigheid met de werkgroep café, aangezien er tijdens andere vieringen meestal zo’n 150 mensen kwamen zonder grote problemen. Wat de zaak bovendien verergerde was het feit dat men voor de zekerheid een toegangskaartje kocht zonder echt te weten of men wel zou komen. Dit alles zorgde voor grote ergernissen bij de deur, waar groepen mensen de toegang geweigerd werd, terwijl er binnen het COC-café nog voldoende ruimte was. Daarmee was het Oud- en Nieuwfeest van 2000 er één met een zwart randje en drukte deze nacht nog lang een stempel op vele bezoekers.
Wat ook ernstig meespeelde in het teruglopende bezoekersaantal was de geluidsproblematiek. Door de slechte situatie van de buitenmuren, vooral die aan de Assenstraatzijde, was een geluidslek ontstaan. Dot zorgde voor overlast bij de buren, die dan ook regelmatig klaagden wanneer er te hard gedraaid werd. Één buurman ontpopte zich tot zo’n hardnekkige klager dat hij ook belde vanwege geluidsoverlast wanneer het COC niet geopend was. De gemeente en politie namen al deze klachten echter wel serieus en dat betekende dat er een geluidsbegrenzer op de apparatuur moest worden aangelegd. Wanneer er boven het bepaalde niveau gedraaid werd trad een soort remsysteem in werking wat een lampje deed branden. Wanneer dit signaal genegeerd werd kon na een halve minuut de muziek helemaal uitvallen. Dit zorgde voor veel tumult bij de DJ’s en onrust bij de bezoekers. Omdat bijdehandjes de begrenzer wisten te omzeilen moest vanuit bestuur en werkgroep café ook vaak worden ingegrepen, wat de sfeer niet bevorderde.

De huidige situatie van de buitenkant van het toenmalige COC-pand aan de Assenstraat. Begin 2000 waren grote stukken muur afgebrokkeld en groeiden er kleine bomen in de dakgoot.

Doos-in-doos-constructie
Deze situatie mocht niet zo blijven duren en het kostte het toenmalige bestuur veel hoofdbrekens om dit probleem het hoofd te bieden. Één van de oplossingen leek de zogenaamde ‘doos-in-doos-constructie’, waarbij het DJ- en dansvloergedeelte binnen het pand in een aparte ruimte zou worden verpakt. Dit zou wel een enorme aantasting van het interieur betekenen en hierin was juist in de jaren daarvoor zoveel geïnvesteerd. Ook andere plannen hadden zoveel haken en ogen dat een directe oplossing niet voor het oprapen lag. Die oplossing lag wel in het aanpakken van de buitenkant, maar ook hierin kon ook niet al te rigoureus te werk worden gegaan. De muur aan de Assenstraat stond namelijk te boek als ‘monumentaal’, wat inhield dat er (naast de noodzakelijke renovatie) geen ingrijpende aanpassingen werden toegestaan. Een andere mogelijkheid lag in het op zoek gaan naar een ander en meer geschikt pand, hoewel het hart van menigeen inmiddels toch wel echt aan de Assenstraat lag.
Anekdote: ‘Het pand’
Lassche en zijn architect Hans Rothengatter hebben een plan ontwikkeld om het pand opnieuw in te richten. Daarmee komen ze ook tegemoet aan geluidseisen die de gemeente stelt. De bedoeling is dat het COC grotendeels naar de opnieuw in te richten kelders van het pand verhuist en dat de ruimte op de begane grond dan een andere bestemming krijgt, zegt COC-voorzitter Christiaan Dobma. Dit kan voorlopig nog niet gebeuren omdat de kelderruimten aan een derde zijn verhuurd. Dobma zegt dat Lassche of voor deze huurder naar een alternatieve ruimte omziet. Mocht dat niet lukken dan heeft het COC goede hoop dat Lassche helpt bij het vinden van een alternatieve ruimte voor het COC.
(Gedeelte uit een artikel in het Deventer Dagblad geschreven door Karel van Delft over het COC vanwege het 30-jarig bestaan in 2002.)
Uiteindelijk duurde de eerder genoemde patstelling tot 2004: Karel Lassche, die het gedoe waarschijnlijk al meer dan beu was, verkocht het gehele pand aan de heer Oudemans. Deze was woonachtig vlakbij het COC-café en dus als buurman veel meer belanghebbende om de boel op te knappen. En toen kon het snel gaan. De situatie rondom de oefenkelder werd opgelost en plannen voor opnieuw een verbouwing werden gemaakt. Hierover is meer te lezen in het artikel waarin de verhuizing van het COC-café van de Assenstraat naar de Brink in 2005 wordt behandeld.

Deze uitnodiging voor de Open Dag op 13 november 1999 werd ook naar alle buren verzonden.