Van vervolgingslabel tot geuzenteken
De roze driehoek was oorspronkelijk één van de merktekens in Duitse concentratiekampen en werd gebruikt als herkenningsteken voor de vervolging van homoseksuelen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de jaren zeventig werd de roze driehoek een geuzenteken voor de homobeweging in hun strijd voor acceptatie en gelijke rechten.
In de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog was er geen enkele aandacht voor de vervolgde homoseksuelen. Dit veranderde pas tegen het eind van de jaren zestig, toen studentengroepen de positie van homoseksuelen op een meer demonstratieve en radicale manier onder de aandacht gingen brengen. Daarbij ging men de roze driehoek gebruiken, om daarmee de nazi-vervolging in herinnering te brengen en een bewuste confrontatie met heteroseksuelen teweeg te brengen.
Zo droegen 30 leden van de Amsterdamse Jongeren Aktiegroepen Homoseksualiteit (AJAH) roze driehoekjes op hun kleding, toen zij op 5 mei 1970 protesteerden tegen het feit dat twee leden van de AJAH een dag eerder, tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam, gearresteerd werden omdat zij een krans wilden leggen bij het Nationaal Monument.
Uit een interview uit 1989 met Mannes, een oudere homoseksuele Deventenaar komt dit verslag:
“Tijdens de Tweede Wereldoorlog heb ik weinig gemerkt van de homovervolging. Er zijn wel enkele mensen waarschijnlijk de dupe geworden. Ik was niet direct bang dat ze me zouden komen halen, je stond er wel af en toe bij stil. En ik kan je nog wel wat vertellen over de Moffen, die waren zelf zo geil als wat! Van lesbische vrouwen hadden we nooit gehoord in die dagen, twee gearmde mannen werden voor flikkers uitgemaakt, maar van vrouwen zei niemand wat.”
Ga naar de volgende locatie.
Ga naar de plattegrond