Dansleraar en ontwerper van decors, Mau van Spiegel (1904 Deventer- 1980 Amsterdam) werd in 1931 in de ondergrondse toiletten onder de Wilhelminafontein op heterdaad betrapt door een politieagent. Hij had in Deventer een dansschool en speelde van jongs af aan al in de Deventer Joodse Toneelvereniging. Iedereen in Deventer wist dat hij homo was.
Hier volgt een ooggetuigenverslag van Mannes, genoteerd in 1989:
“Op het werk hoorde ik het als een gerucht: er zouden homoseksuelen opgepakt zijn en er zouden nog meer arrestaties komen. We stonden tussen de middag op de hoek van de Polstraat, we hadden een half uurtje schaft. En toen heb ik het gezien: langzaam kwam er een motor met zijspan van de politie aanrijden, uit de Lange Bisschopstraat het Groote Kerkhof op – daar was toen het politiebureau, in het Landshuis.
Uit het zijspan kwam Mau van Spiegel, de dansleraar. Met de motoragent ging hij de treetjes op, daarna ging het hele gezelschap naar binnen. ‘Hij heeft een korsetje aan’ zei een jongen van de drukkerij. ‘Ik lig liever met jou in de goot als met hem in bed’ zei een ander. Voor zover ik weet heeft er in het Deventer Dagblad niets over gestaan, maar de hele stad wist er alles van; het was toen nog maar een stadje van 30.000 inwoners.
Later hoorde ik dat ze in die motor met zijspan een ererondje met hem gereden hadden, door de Korte en de Lange Bisschopstraat en zo het Grote Kerkhof op, heel langzaam. Hij werd nageroepen: ‘Flikker’, ‘Vuile Jood’, ‘Smerige Miet’. Van die zedenzaak is verder niets meer gekomen, er schijnt niemand veroordeeld te zijn.”